|
Net boven Mezökövesd beginnen de heuvels die de voet van het Bükk-gebergte aangeven, in het voorjaar begroeid met het bekende gele koolzaad en in de zomermaanden één pracht van zonnebloemen. Bij Eger krijgen druiven de overhand.
Het is daarom dat Eger de “Rode wijnstad” wordt genoemd.
Verder de bergen in is nog heel veel ongerepte natuur. Bomen die zo hoog zijn dat ze nergens lijken te stoppen, bergstroompjes die watervallen veroorzaken en plotselinge met gras begroeide open plekken, goed voor een picknick. Daar tussendoor landweggetjes, wandelpaden en grotere wegen die zich met serpentines een weg langs de hellingen banen.
Kijk vooral niet raar op als je opeens voor een meertje staat, of tegen een kasteel uit vervlogen tijden aanloopt.
Het Bükk-gebergte staat ook bekend om zijn vele druipsteengrotten.
|